De Philips 836A
Het was al laat in de avond toen mij de volgende vraag werd gesteld: In een Philips 836A was een weerstand van tenminste 5 Watt, aangesloten over een klein plat spoeltje, totaal verbrand. Of ik misschien wist welke ohmse waarde deze weerstand zou moeten zijn? Het was namelijk niet meer te zien. Het spoeltje was boven het chassis gemonteerd aan de brug waarop beide elektrolytische condensatoren waren bevestigd.
Eén aansluiting van het spoeltje was verbonden met de plus van een elco. Waar de andere draad mee verbonden was werd mij in het verhaal niet geheel duidelijk. Het leek mij trouwens onwaarschijnlijk, dat er een weerstand parallel aan een spoel zou zijn gemonteerd. Het spoeltje kwam mij wel bekend voor maar waar het toe diende kwam mij niet zo direct voor de geest. Ik verzocht de vraagsteller dan ook mij de volgende avond even te bellen dan kon ik ondertussen even de documentatie doornemen.
Wat was hier nu precies aan de hand? De condensatoren die voor de afvlakking van de voedingsspanning zorgdragen, dienen tevens om de inwendige weerstand van het voedingsapparaat zo klein mogelijk te maken. De hoog en laag frequente stromen van alle anodecircuits vloeien door deze inwendige weerstand van het voedingsblok en zou deze te groot zijn dan veroorzaken deze stromen spanningen over deze inwendige weerstand waardoor ongewenste koppelingen ontstaan, die zelfs tot oscilleren aanleiding kunnen geven.
Nu worden er in de 836A in plaats van de oude vertrouwde blokcondensatoren, elektrolytische condensatoren gebruikt. Dit zijn de zogenoemde natte elektrolyten. De positieve aluminium pool is veelal een stervormige staaf om een zo’n groot mogelijk oppervlak te verkrijgen. Het diëlectricum wordt gevormd door een zeer dun oxide laagje. Dat is niet geheel isolerend met gevolg dat er altijd een geringe lekstroom loopt die afhankelijk is van de aangelegde spanning. Het lijkt het dus of er een hoogohmige weerstand parallel aan de condensator is geschakeld.
Het elektrolyt, veelal boorzuur, is de negatieve pool van de condensator en is de boosdoener wat de inwendige weerstand betreft, want deze heeft voor de doorgaande stromen een niet te verwaarlozen kleine weerstand. In feite hebben wij dus een condensator met een parallel- en een serieweerstand. Beide weerstanden hebben geen constante waarden en zijn van diverse factoren afhankelijk. Is de serieweerstand te groot voor een goede ontkoppeling, dan plaatst men parallel aan de elco van het filter (de elco na de smoorspoel) een papiercondensator van 0,47 µF. De impedantie van een condensator van 0,47 µF is al bij 472 kHz kleiner dan 1 Ohm.
Om er nu voor te zorgen dat er in het geheel geen hoogfrequente stromen de voeding kunnen bereiken, heeft Philips een extra hoogfrequent smoorspoeltje in serie opgenomen in de voedingslijn. Deze heeft een voldoend lage inwendige weerstand om spanningsverlies binnen de perken te houden. Wat lezen wij in de documentatie? De condensator C3 van 1 µF en het HF-spoeltje S18 vormen een ontkoppeling voor de hoogfrequente variaties in de positieve leiding, die anders via de transformator op het net en de antenne terug zouden kunnen werken en zelfs oscilleren zouden kunnen veroorzaken. Verder vinden we in de beschrijving, dat het spoeltje een gelijkstroomweerstand heeft van ongeveer 150 Ohm. Vermoedelijk is het spoeltje van het betreffende toestel verbrand en onderbroken. Ter vervanging heeft men een weerstand van 150 Ohm geplaatst die ook weer ter ziele is gegaan om een of andere oorzaak.
Het raadsel is hiermede dus opgelost, echter nog niet de oorzaak. Uit het bovenstaande blijkt dat het raadzaam is bij de oude toestellen de tweede elco te overbruggen met een papier condensator van 0,1 à 0,47 µF. Vaak is de capaciteit nog voldoende maar de inwendige weerstand te groot geworden. Bij supers is dat vaak de oorzaak dat de oscillator niet werkt en kan zo’n extra papiercondensator wonderen verrichten.
Piet van Schagen