De BX 190 U, Philettina
Dit keer waren het twee heren die met een vraag bij mij kwamen op de beurs en zelfs het toestelletje, een BX190U, hadden meegenomen. Het probleem was dat het schaalverlichtingslampje na zo’n vijf minuten steeds feller ging branden en dan de geest gaf. Nadat op deze manier al drie van de moeizaam vergaarde lampjes type 8034 waren gesneuveld en zoeken naar een fout op niets was uitgelopen, was hun hoop nu gevestigd op de Technische Commissie.
Nou ik had er geen moeite mee om hun de oorzaak te verklaren omdat het een bekend verschijnsel is en veroorzaakt wordt door de oplopende anodestroom van de UL41. Nu lijkt het of het komt door oververhitting van de buis die moeilijk haar warmte kwijt kan. Het rooster dat dicht om de gloeidraad is gewikkeld wordt te heet, met gevolg dat het zelf gaat emitteren.
Er gaat dan roosterstroom lopen en het rooster wordt meer positief en de anodestroom neemt toe. Ik stelde dit als een van de mogelijkheden, zoals ook het slechter worden van het vacuüm.
Echter het was mij al bekend dat dit naar het rijk der fabelen gestuurd kan worden. Want de werkelijke oorzaak van dit euvel is dat er door de hoge temperatuur uit het glas lood naar buiten vrij komt en geleidend is. Het is te zien aan de verkleuring van het glas vergelijkbaar met een olievlek op het water. De roosterpen in de voet zit naast die van het schermrooster. Een geringe lekweerstand tussen deze poten is al voldoende om het rooster positief te maken.
De heer Post schreef mij vanuit Australië een paar weken terug: “Mijn toenmalige werkgever (al ruim 40 jaar geleden) had zo’n 200 stuks BX190U in de verhuur. Ik kreeg dan ook regelmatig dit apparaat met deze klacht op de werktafel. Het is merkwaardig dat juist Rimlock en Noval buizen veel last hebben van deze elektrolytische aanslag tussen de pennen. Deze aanslag veroorzaakt ook vaak gekraak in het apparaat omdat er positieve gelijkspanning via de overgangsweerstand van de aanslag op het rooster komt. De gevolgen voor een UL41 zijn een toenemende anodestroom van de buis waardoor het schaalverlichtingslampje het begeeft. Persoonlijk ben ik van mening dat de oorzaak gevonden moet worden in de samenstelling van het glas. Met een klein borsteltje en wat CIF de buis goed reinigen tussen de pennen en deze werkt weer als van ouds.” Tot zover de heer Post.
De heer Akkerman voegde daar aan toe, dat ook de UBC41 en EBC41 hierom bekend staan en dat kraakstoringen worden opgelost door een borsteltje met wat ammonia. Een tandenborstel mag dan ook niet in een servicekoffer ontbreken.
Met andere woorden: de buizen niet weggooien. want na een reinigende behandeling zijn ze weer als nieuw. Niet alleen de 41-serie heeft last van dit euvel, al bij de 21-serie was het bekend. Vooral de UBL21 had dit probleem. Ook hier de oorzaak dat door kruipstromen tussen de pennen de negatieve roosterspanning terug liep of zelfs geheel weg viel door een bijna-kortsluiting tussen de pennen. Ook verlies van vacuüm langs de pennen kan voorkomen.
Bij het vacuümpompen tijdens de fabricage heeft men geprobeerd dit te ondervangen door tijdens het pompen de voet in een lijnolie bad te zetten, waardoor de olie in de minuscule ruimten tussen pennen en glas gezogen werd. Het kon gebeuren dat de olie zelfs in de buis terecht kwam.
Of dit ook werkelijk gebeurde is mij niet bekend. Niet alleen de UL41 kan de oorzaak zijn van het doorbranden van de 8034, ook het pertinax buisvoetje kan door oververhitting verbranden. Er ontstaat dan een geleidende koollaag tussen het pertinax, die dezelfde gevolgen heeft: een overslag tussen de pennen. Bij toestellen waarin een schakeling wordt toegepast zonder een lampje in serie in het anodecircuit gaat de UL41 meer stroom trekken en dat is herkenbaar aan een sterke brom, omdat de voeding het niet kan trekken. Dus alvorens elco’s te vervangen: eerst de UL41 controleren.
Natuurlijk niet vergeten een tandenborstel toe te voegen aan het gereedschap, maar of dat een elektrische moet zijn laat ik aan u over.
Piet van Schagen
(met dank aan Ramon Pool voor de foto’s van de BX190U)